Deze vier woorden vatten ongeveer een jaar aan activiteiten samen. Het eerste woord heeft te maken met een persoonlijke wens om meer te leren over menselijk botmateriaal. Al jaren hoor ik collega’s ontzettend interessante dingen vertellen, kinderen willen er alles van weten, en ik moest het doen met ‘van horen zeggen’. Maar nu niet meer: bij de Universiteit Leiden heb ik met veel plezier de cursus Osteoarchaeology gevolgd en mijn certificaat gehaald. Een goed gevoel -tot op het bot!- om vakinhoudelijk weer ergens je tanden in te zetten. Weer in de collegebanken zitten, bevalt zelfs zo goed, dat er voor 2017 twee nieuwe cursussen volgen: de eerste heet introduction to forensic science (Nanyang Technological University, Singapore) en de tweede is de train-de-trainer cursus (LKCA).
Het tweede woord uit de titel brengt me bij de basisscholen, die altijd goed zijn voor het teruggeven van de energie die je erin stopt. Dit schooljaar draaien we niet alleen mee in het Cultuurmenu, maar voor het eerst ook met het programma van Cultuurschakel. En wegens doorslaand succes blijven de locatielessen op het programma staan (dit jaar met de gloednieuwe les Aan tafel! 6000 jaar eten in Den Haag).
Naast leren en lesgeven word ik erg blij van de combinatie met communicatiewerk en daar lopen nu zelfs twee projecten mee. Het eerste is na de inhoudelijke kant nu meewerken aan de promotie van Arjen Bosmans boek Rome aan de Noordzee, burgers en barbaren te Velsen. Het tweede project gaat over hele andere dingen, al zijn ze ook in het kustgebied: de bunkers van de Atlantikwall. En om precies te zijn: een onderzoek naar hoe Duitse bezoekers dit WO2 erfgoed ervaren. Meer dan interessant, dit onderwerp. Maar daarover elders op de website meer.